Het oudste textiel wat de mens gebruikte waren de vezels van planten. Lindebast, wilgenbast, biezen, brandnetels, rietstengels, (bramen)twijgen, allemaal geschikt om mee te werken. Ze werden gebruikt om mee te weven en te vlechten. Deze twee technieken zijn nauw aan elkaar verwant, door het verbinden van materiaal (onder, boven, onder enz.) maak je een nieuwe vorm. Er werd in de steentijd al gevlochten, maar omdat het om vergankelijk materiaal gaat is er weinig teruggevonden. Men vlocht manden, visfuiken, hoeden en muren.
Heel lang was het vlechten een wijd verbreide kennis en kunde. Zo vlocht mijn opa nog elk najaar een paar mandjes voor zijn kinderen om mee te nemen bij het fruit plukken. Maar tegenwoordig zijn er teveel alternatieven, en hebben nog maar een aantal vakmensen het echt in de vingers.
Goed mandenvlechten met wilgenteen is een ambacht, een arbeidsintensief ambacht, die je vaak moet beoefenen om het echt onder de knie te krijgen. Er zijn verschillende soorten tenen, manieren van verwerken en vlechttechnieken. een flinke uitdaging dus. Daarnaast is het ook nog eens, op de juiste manier geoogst, erg duurzaam en vriendelijk voor de natuur.
Tijdens de workshop maak je kennis met het vlechten van een mand met wilgenteen. Met de mooie, soepele en soms vreselijk eigenwijze wilgenteen maken we eerst een bodem, daarna vlechten we het mandje op en sluiten we af met een rand. Verschillende technieken en termen passeren de revue. Tussendoor pauzeren we en strekken onze vingers. Uiteindelijk ga je met een klein, zelf gevlochten mandje naar huis.
Duur van de workshop: 10.00-16.00 uur
Inclusief materiaal en gebruik gereedschap.
Voor meer info: info@skapacrafts.nl
Opgaven in de webshop of via een andere partij, zie hiervoor de agenda.
